Friday, April 6, 2007

Van Basten en zijn heilige systeem

Vorige week zaterdag bleek tegen Roemenië weer dat de heilige 4-3-3 opstelling bij Oranje weinig vruchten afwierp. Met Arjen Robben op rechts en Ryan Babel op links creëerde bondscoach Van Basten zijn eigen fuik. Zijn spelers liepen er blindelings in. Een overvol centrum en een gefrustreerde Klaas-Jan Huntelaar waren het gevolg.
De woensdag daarop waren het niet de falende 'wingers' die San Marco slachtofferde, maar de hulpeloze Huntelaar. Het was te danken aan de dynamiek van harde werker Dirk Kuyt dat Oranje doelrijpe kansen kreeg. Helaas had Wesley Sneijder zijn vizier in de kleedkamers van de ArenA achtergelaten.
Op het WK in Duitsland sneuvelde Ruud van Nistelrooy dankzij precies dezelfde visie van Van Basten. Hij moest hebben gedacht: "Een spits die geen kansen benut, hoort niet in het Nederlands thuis". Voorzover ik weet kreeg Ruud er één, tegen Ivoorkust, en die maakte hij koelbloedig af. Van Persie en Robben gingen in Duitsland vooral voor eigen glorie met allerlei doelpogingen vanuit onmogelijke hoeken.
Bij het stroef spelende Real Madrid is de oud-PSV'er, in de Spaanse hoofdstad inmiddels toepasselijk gedoopt tot 'Van Gol', hard bezig het ongelijk van Van Basten te bewijzen. Met vijftien goals hoeft hij slechts Ronaldinho(17 goals), de razendsnelle revelatie van Zaragoza Diego Milito (18) en de Malinees Frederic Kanouté (19) van Sevilla voor zich te dulden.
Nederland kan al jaren een beroep doen op tal van topschutters. Maar opvallend genoeg konden notoire goalgetters als Hasselbaink en Makaay nooit aarden in het 4-3-3 systeem dat onder Advocaat en Van Basten de voorkeur kreeg. Nu ook Van Nistelrooy en Huntelaar moeite hebben om zich te onderscheiden, bij gebrek aan sociaal spelende vleugelaanvallers, lijkt het relevant om te twijfelen aan de oer-Hollandse spelwijze.
Een kijkje in de recente historie levert een interessant resultaat op. Oranje speelde tijdens het WK 1998 in Frankrijk en het EK 2000 in eigen land bij vlagen briljant voetbal. Hiddink, na de blamage van Euro 96 in Engeland afgestapt van een 4-3-3 systeem, en Rijkaard lieten het Nederlands elftal altijd opdraven met twee centrumspitsen en een viermansmiddenveld. De reden? Oranje had niet genoeg buitenspelers en een overvloed aan internationale topschutters. Ronald de Boer, Marc Overmars en Boudewijn Zenden vulden de vleugelposities met verve in. En Bergkamp en Kluivert vormden tijdens die twee toernooien en goedlopend tandem: Bergkamp scoorde drie keer en gaf in totaal zeven assists en Kluivert maakte maar liefst zeven goals.
Eenzelfde combinatie ligt ook nu in het verschiet. Dirk Kuyt bewees bij Feyenoord al dat hij meer is dan alleen doelpuntenmaker. Woensdag tegen Slovenië liet hij andermaal zien een perfecte partner te zijn in de korte combinatie. Wat betreft elegantie een stuk minder dan Bergkamp, maar dat compenseert de Katwijker ruimschoots met al het harde werk dat hij verricht. Voor de positie van goalgetter zou Van Basten keuze te over hebben. Huntelaar, Makaay, Van Nistelrooy, allen lijken gebaat bij een partnerschap met Kuyt. Zeker Roy en Ruud, die in het buitenland al jaren gewend zijn om in een systeem met twee spitsen te spelen. Ook pinchhitters Vennegoor en Koevermans bewijzen zich wekelijks in een dergelijk systeem.
Voor de flankposities plijft de spoeling dun. Maar minder dun dan voorheen. Van Persie en Robben lijken allebei goed genoeg voor een basissplek. Kuyt kan hun defensieve zwakheden wellicht compenseren. Maar ook een wat vrijere rol - a la Ronald de Boer - op links voor Van der Vaart of op rechts voor Sneijder is geen slechte gedachte. Neo-international Afellay bewees tegen Arsenal prima uit de voeten te kunnen op die positie.
Blijven de twee centrale posities op het middenveld nog over. Onder Hiddink en Rijkaard speelden vooral Cocu, Davids en Jonk op die plaatsen. Alledrie spelers met zowel aanvallende als verdedigende kwaliteiten. Mark van Bommel lijkt het meest te voldoen aan die rol, maar dan zal Van Basten waarschijnlijk hard moeten smeken. In een dergelijk systeem is een speler als Van Bommel eigenlijk onmisbaar. Andere kandidaten zijn Seedorf, mits sober spelend, en internationals in opkomst als De Zeeuw, Mendes da Silva en Schaars. Of natuurlijk de bij Ajax opgebloeide Edgar Davids.
De ingrediënten liggen voor handen. Vier (en met Koevermans en Vennegoor zes) internationale topspitsen en slechts twee potentiële buitenspelers (Van Persie en Robben) van topklasse. Elke buitenlandse bondscoach zou het wel weten. Nu onze 'heilige' Marco nog.

Wednesday, April 4, 2007

Stage bij de GPD

Sinds 5 maart loop ik stage bij de Geassocieerde Pers Dienst (GPD, www.gpd.nl) in Den Haag. Op de sportredactie uiteraard. Een interview met Erwin Koeman, een gesprek met jeugdtrainer Frits Don, de oude coach van Siemerink en enkele achtergrondverhalen over buitenlands voetbal zijn de hoogtepunten tot nu toe.
Donderdag kwam daar een interview met Huntelaar en Schaars bij.

Hieronder drie artikelen die op de internetsites van verschillende kranten. Veel leesplezier ;)

http://www.pzc.nl/sport/internationaal/article1266557.ece

http://216.239.59.104/search?q=cache:lPGI-hv-DMQJ:www.bndestem.nl/sportalgemeen/article1249774.ece+%22Tim+Vos%22+paris&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=nl&client=firefox-a

http://www.brabantsdagblad.nl/sport/article1206647.ece

Wednesday, February 14, 2007

Live from Baghdad: de dommen tussen de bommen

Inslaande bommen, instortende gebouwen en slapen in een hotel dat op zijn grondvesten schudt. De dag van een oorlogscorrespondent in een notendop. Live from Baghdad laat zien hoe David Arnett en zijn collega's vanuit de Iraakse hoofdstad met gevaar voor eigen leven verslag doen van de Amerikaanse bommenregen die vanuit de overvliegende F16's neerdaalde op de achtertuin van Saddam Hussein. Een meeslepend verhaal dat aantoont hoe één primeur de hiërarchie onder de grote nieuwsstations van de Verenigde Staten drastisch veranderde. Want die dag, 16 januari 1991, was de dag waarop CNN groot werd.

En vanaf die dag zou CNN alleen maar groter worden. En waarom? Primeurs, primeurs en nog eens primeurs. "Wie is er niet groot mee geworden?", zullen we maar zeggen. En dat is wat de CNN-afvaardiging in Irak destijds ook voor ogen had. Robert Wiener, producent van de hele operatie, was maar voor één ding in Bagdad: "To tell the story of a lifetime". Het werd een sprookje met een goed einde, maar dat sprookje had net zo goed fout af kunnen lopen. Hoe vaak tijdens de Golfoorlog raakten de Amerikaanse bommenwerpers wel niet per ongeluk burgerdoelen? Hoe vaak hebben we niet moeten horen dat bommen door een kleine afwijking hun eigenlijk doel hebben gemist?

En dat had ook zomaar kunnen gebeuren met het Al-Rasheed, waar de Amerikaanse journalisten verbleven. De risico's die de journalisten namen waren groot. Bommen ontploften vlak onder het openstaande hotelraam. Arnett, Shaw en Holliman gaan nu door het leven als helden, maar hadden net zo goed de zoveelste journalisten kunnen worden die tijdens een oorlog het leven lieten.

En dan vraag ik me af: wat zou ik doen als ik in hun plaats was? Vertrouw je blind op de kundigheid van je landgenoten die met duizelingwekkende snelheden overvliegen? Of neem je het zekere voor het onzekere en neem je de eerste vlucht naar huis? CBS, Fox en andere nieuwsstations deden het laatste en verloren. CNN bleef en won. Ook ik zou verliezen. Omdat ik geen enkel verhaal meer waard vind dan mijn leven. En niet alleen mijn leven, ook dat van anderen. Want wat de denken van je naasten, die doodsangsten moeten uitstaan omdat jij in een Irakees hotel zonodig verslag moet doen van een alles verwoestend bombardement.

Er is dan ook maar één woord voor: onverantwoord. Net als bij Veronica Guerin, een voorbeeld van hoe het ook kan aflopen, dacht ik: "Waar zijn die gekken mee bezig?" Je leven in de waagschaal stellen voor één verhaal. De oude wijze mannen uit de heroïsche epossen hebben daar een oneliner voor: "Dat is alleen voorbehouden aan de allermoedigsten of de allerdomsten". De desbetreffende CNN-journalisten worden alom geroemd om hun moed. Nou, ik vind ze gewoon dom.

Sunday, February 4, 2007

Wakker worden!

De journalistiek moet zich nodig gaan aanpassen. Als dat niet gebeurt, sneeuwt ze onder in de lawines die internet en persvoorlichter heten. Dat was de boodschap van Dick van Eijk, redacteur van het NRC Handelsblad, tijdens zijn lezing op dinsdag 30 januari. Een gebrek aan professionalisering heeft volgens hem tot gevolg gehad dat journalisten een achterstand hebben opgelopen op het grote aantal persvoorlichters. En de oude media, de dagbladen, zullen de concurrentiestrijd met het nieuwe medium internet verliezen. Het is vijf voor twaalf voor alle journalisten. Want hoe zorgen we ervoor dat ons beroep niet de status van 'uitstervend ras' gaat krijgen?

De uiteenzetting van Van Eijk was alarmerend. De journalistiek heeft sinds de opkomst van het internet bepaald geen last gehad van slapeloosheid. Internet heeft de mediaconsumptie van Nederland heftig op de schop genomen, maar dat is bij veel kranten net wat te laat doorgedrongen. De traditiegetrouwe krantenlezer besteedt vaak nog ruim een half uur per dag aan het consumeren van nieuws uit zijn krant. De tijd die internetlezers aan nieuws besteden is volgens Van Eijk fors lager. Steeds minder mensen zullen daarom hun brood kunnen verdienen met de journalistiek. Want hoe minder er wordt gelezen, hoe minder er geschreven hoeft te worden.

Maar het is nog niet te laat. Als de journalistiek zich aanpast en zich niet krampachtig probeert vast te klampen aan het eeuwenoude publicatieformat, dat krant heet, dan is er nog een kans. Mensen willen immers altijd op de hoogte blijven van nieuws. Het presenteren van nieuws zal altijd geld blijven opleveren. De vraag is alleen hoeveel? Is er over vijftig jaar, als de fanatiek krantenlezende Baby Boomers allemaal begraven of verast zijn, nog steeds ruimte voor zoveel grote dagbladen? Het antwoord lijkt nee te zijn, afgaand op de drastische afname van het aantal regionale dagbladen dat nog bestaat in Nederland. En afgaand op de afnemende oplage van de grote landelijke kranten.

De krantenjournalist zal voor een groot deel verdwenen zijn in 2060. Maar waar moeten al die parasiterende nieuwsportals, zoals nu.nl, dan nog hun nieuws vandaan halen? Krijgt het ANP dan een monopoliepositie in het verstrekken van nieuws? Dat zou geen goede zaak zijn. Slechts eén nieuwsverstrekkend medium, dat heeft veel weg van stalinistische praktijken. En honderd jaar terug in de tijd, dat wil niemand. De journalist - en met hem de hele democratie - moet, zal en wil dat voorkomen. Journalisten zullen altijd op zelfstandig op zoek moeten naar nieuws. En als kranten door een terugnemend lezersaanbod niet meer kunnen voorzien in dat verse nieuws, dan zullen nu.nl en soortgenoten steeds meer zelf op pad moeten. Dan zal de internetredacteur niet alleen ANP-berichten kopiëren en kranten uitspitten. Nee, hij zal van zijn bureaustoel af moeten komen. Zelf interviewen, zelf filmen of schrijven, zelf nieuws 'maken'.

Uitsterven zullen 'we' dus nooit. De wereld heeft 'ons' nodig. Hoeveel journalisten er nodig zijn zal de tijd uitwijzen. Vooralsnog staan aanpassing en professionalisering op de journalistieke agenda. Op naar een nieuw tijdperk vol nieuwe media.

Sunday, January 28, 2007

De marketingjournalist

Commercie, commercie en nog eens commercie. Dat was de boodschap die Peter de Jong voor ons had. En eigenlijk ook voor ieder ander die journalist is of wil worden. Het kruideniersmotto, 'de klant is koning', kan wat betreft De Jong in elk redactiestatuut worden opgenomen. Ware het niet dat er een aantal nuances moet worden aangebracht. Want als de journalist alles van zijn doelgroep zou laten afhangen, verwordt elk medium tot ordinair publieksvermaak.

Niet dat dat nou bij voorbaat slecht is, maar dat is toch niet wat de meeste journalisten voor ogen hadden toen ze ooit begonnen met het schrijven van hun eerste artikel over de eigenaar van de buurtsuper voor het plaatselijke zondagskrantje. Nee, toen droomden zij van correspondentieverslagen vanuit een heftig bestookte hoofdstad in het Midden Oosten of van het live interviewen van de matchwinner na een zinderende finale van het WK voetbal. De journalist wil kwaliteit leveren en is daarbij het liefst zo onafhankelijk als het maar kan.

En nu krijgt hij plots te horen dat hij rekening moet gaan houden met zijn publiek. Voor de stoffige redactie-oudste een nachtmerrie, voor de groene nieuwkomer een must. Enquêtes, discussiefora en blogs zullen voortaan niet weg te denken zijn uit het leven van de journalist. De vraag is echter of redacties daar wel op zitten te wachten, want naast de dagelijkse deadlines en het checken van de vermaledijde ANP-berichten moet de journalist nu ook nog tijd vrij gaan maken voor het bepalen van zijn marketingstrategie: wie willen we bereiken en hoe doen we dat?

Rekening houden met de klant heeft zo zijn nadelen. Want de kwaliteit is bij het zogenaamde civic journalism, producties van buitenaf, verre van gegarandeerd. En schrijven over onderwerpen die bij het publiek in de smaak vallen is niet altijd de beste optie. Het onderwerp waar de journalist voor kiest, kan in veel gevallen interessanter zijn. Half Nederland kijkt naar de finale van Idols, maar dat hoeft toch niet te betekenen dat Neerlands nieuwe idool de volgende dag op elke nieuwsredactie 'hot' moet zijn? Dan verdienen belangrijkere zaken de aandacht, ook al interesseert niet elke Nederlander zich op dat moment voor het klimaatprobleem of de dreigende opmars van Noord-Korea en Iran.

De journalist moet dus vooral journalist blijven en niet veranderen in een publieksgeile marketingstrateeg. Toch moeten redacties niet vergeten dat er ook nog geld in het laatje moet komen. Want net als de kruidenier is en blijft de journalist afhankelijk van het aantal producten dat hij verkoopt.

Sunday, January 21, 2007

Dromen van bedrog

De Pulitzer-prijs. De ultieme droom van Stephen Glass. En die moest hoe dan ook uitkomen. Hoe? Door de lezer te raken en te boeien. Glass vergat echter één ding: als journalist moet je de waarheid vertellen.

Wat dat betreft had Glass beter boeken over Harry Potter kunnen gaan schrijven. Ook een mannetje met een brilletje dat alles aan elkaar tovert. Aan fantasie ontbrak het de goedgebekte Glass niet. Aan realiteitszin wel. Want als je serieus denkt dat je als journalist je geld kan verdienen door onzin te vertellen, ben je gewoon niet goed bij je hoofd. Zo lijkt het althans. Het verhaal over Glass toont echter aan dat de journalistiek kwetsbaar is. Als je het goed aanpakt, is het blijkbaar mogelijk om de hele redactie van een toonaangevend medium langdurig om de tuin te leiden. En als ik er goed over nadenk, kijk ik daar helemaal niet van op.

Tijdens mijn stage bij RTV West bleek namelijk hoe laks journalisten kunnen zijn in het controleren van feiten. Mijn collega's van de sportredactie namen vaak klakkeloos ANP-berichten over voor de internetsite of voor het nieuwsbulletin op de radio. Ook persberichten van bijvoorbeeld ADO Den Haag werden niet altijd nagebeld. De druk van de dagelijkse deadline is waarschijnlijk de grootste factor in dit geheel. Vaak beschouwden de redacteuren ANP-berichten als secundaire bezigheid. De radio - of televisiereportage moest af, dat was belangrijker dan het natrekken van de feitelijke juistheid van de ANP-berichten.

Glass was klaarblijkelijk ook op de hoogte van dit fenomeen. Hij wist heel goed waar hij mee bezig was. Aan het begin van de film zegt hij: "Je moet verhalen vertellen over dingen die de mensen willen horen." En dat is dan ook wat hij doet. Hij slijmt bij zijn collega's, steelt de show tijdens redactievergaderingen met komische anekdotes en spreidt een ietwat overtrokken nederigheid ten toon. En dat alles met een creativiteit waar je 'u' tegen moet zeggen. Hij noteerde vanachter zijn bureau alles in zijn aantekeningenboekje en deed voorkomen alsof hij ze ter plekke had gemaakt. Hij maakte dankbaar gebruik van het feilbare 'fact-check-systeem' dat op de redactie in gebruik was. Het had veel weg van de perfecte misdaad, maar Glass vergat dat de krant waarin hij schreef door heel veel mensen werd gelezen. En dat die mensen soms vakmensen zijn die raar opkijken als een bedrijf met de naam 'Jukt Micronics' het nieuws haalt.

Glass gooide uiteindelijk toch zijn eigen glazen in. Zelfoverschatting en sensatielust kostten hem de kop. De waarheid duurt nog steeds het langst.